Informatieve bijeenkomst 13 februari 2013

 

Tijdens de informatieve bijeenkomst van 13 februari 2013 zijn de uitkomsten van het inventariserende onderzoek dat de Stichting heeft laten uitvoeren door het advocatenkantoor Lemstra Van der Korst naar mogelijke vorderingen tegen Homburg Invest en betrokken partijen (onder meer wegens misleiding van obligatiehouders, vervanging van zekerheidsrechten en belangenverstrengeling) besproken.

De uitkomsten van dit inventariserende onderzoek zijn kort gezegd als volgt:

• Op basis van de op dit moment bekende informatie bestaan onvoldoende aanwijzingen voor kansrijke vorderingen van houders van Corporate Bonds en Capital Securities.
• Ten aanzien van een aantal series van Mortgage Bonds bestaan aanknopingspunten voor mogelijk succesvolle vorderingen van obligatiehouders jegens derden. Nader (feitelijk) onderzoek is vereist naar de vraag of deze claims in een procedure voldoende hard gemaakt kunnen worden. De Stichting heeft haar advocaten gevraagd een aanbeveling te doen ten aanzien van de drie meest kansrijke claims en zal obligatiehouders hierover in een nadere nieuwsbrief informeren.
• Recente informatie wijst uit dat de accountant van Homburg Invest mogelijk ten onrechte een goedkeurende verklaring over het boekjaar 2010 heeft gegeven. De Stichting onderzoekt of Ernst& Young ter zake mogelijk onrechtmatig jegens obligatiehouders heeft gehandeld.

Het herstructureringsplan dat Homburg Invest aan de obligatiehouders ter stemming zal voorleggen, zal een voorziening van 500.000 Canadese dollar bevatten (Litigation Reserve) waaruit één of meer van de hiervoor genoemde onderzoeken en/of procedures kunnen worden bekostigd. Deze voorziening staat onder beheer van de Monitor en kan slechts (geheel of gedeeltelijk) benut worden na goedkeuring door een speciale commissie, waarin de Stichting een zwaarwegende stem heeft. De Stichting zal ervoor waken dat deze voorziening alleen aangewend wordt voor (onderzoek naar) vorderingen waarvan op dit moment concrete aanwijzingen bestaan dat zij succesvol zouden kunnen zijn. Indien dergelijke vorderingen er niet zijn, zal deze voorziening ten goede komen aan de obligatiehouders.